Handwielen, handslingers
Knoppen, vleugelmoeren
Klemhendels, verstelbare handgrepen
Beugelgrepen, handgrepen
Vaste, draaiende handgrepen
Bedieningselementen
Indicatoren, klokhandwielen
Blokkeerbouten, drukstukken
Machine elementen
Koppelingen
Stelvoeten, stelelementen
Scharnieren
Vergrendelingen, deursluitingen
Snelspanners, spansluitingen
Hydrauliek componenten
Buisklemverbindingen
Wielen en zwenkwielen
Magneten
Transportband componenten
Lineaire bewegingscomponenten
Trillingdempers
Aluminium profielen
Vacuümcomponenten
GN 2240
Klauwkoppeling
Omschrijving
Boringcodes
- Type B: zonder spiebaan
- Type K: met spiebaan (vanaf d1 = 30)
Naaf
Aluminium AL
geanodiseerd, natuurlijke kleur
Koppelingsster
Polyurethaan (TPU)
temperatuurbestendig tot 60 °C
Hardheid
80 Shore A, blauw BS
92 Shore A, wit WS
98 Shore A, rood RS
Cilinderkopschroeven DIN 912
Staal, gezwart
Temperatuurbereik: -20 °C tot +60 °C
Elastomeer klauwkoppelingen GN 2240 kunnen erg hoge koppels overbrengen terwijl verkeerd uitgelijnde assen en uitlooptoleranties worden gecompenseerd. Ze worden bij voorkeur gebruikt in toepassingen waar de focus ligt op zuivere overdracht van koppel en vermogen.
De keuze van drie koppelingssterren met verschillende hardheidswaarden zorgt ervoor dat de eigenschappen van de koppeling optimaal worden afgestemd op de specifieke vereisten. De klemnaven en eenvoudige plug-in installatie maken de klauwkoppelingen erg eenvoudig om te monteren.
Met de boringcode is de spiebaan altijd geïntegreerd in beide boringen d2 en d3.
- Koppelingssterren GN 2240.1
| d1 | Koppelingsster | Shore-hardheid koppelingsster | Nominaal draaimoment in Nm | Max. draaimoment in Nm | Max. snelheid (min-1) | Traagheidsmoment in kgm2 | Statische torsiestijfheid in Nm/rad | Max. laterale foutuitlijning van de as | ||
| lateraal in mm | axiaal in mm | hoek in ˚ | ||||||||
| 14 | BS | 80A | 0.7 | 1.4 | 45.000 | 2.0 x 10-7 | 8 | 0.15 | 0.6 | 1 |
| 14 | WS | 92A | 1.2 | 2.4 | 45.000 | 2.0 x 10-7 | 14 | 0.1 | 0.6 | 1 |
| 14 | RS | 98A | 2 | 4 | 45.000 | 2.0 x 10-7 | 22 | 0.1 | 0.6 | 1 |
| 20 | BS | 80A | 1.8 | 3.6 | 31.000 | 1.1 x 10-6 | 16 | 0.2 | 0.8 | 1 |
| 20 | WS | 92A | 3 | 6 | 31.000 | 1.1 x 10-6 | 29 | 0.15 | 0.8 | 1 |
| 20 | RS | 98A | 5 | 10 | 31.000 | 1.1 x 10-6 | 55 | 0.1 | 0.8 | 1 |
| 30 | BS | 80A | 4 | 8 | 21.000 | 6.2 x 10-6 | 46 | 0.2 | 1 | 1 |
| 30 | WS | 92A | 7.5 | 15 | 21.000 | 6.2 x 10-6 | 73 | 0.15 | 1 | 1 |
| 30 | RS | 98A | 12.5 | 25 | 21.000 | 6.2 x 10-6 | 130 | 0.1 | 1 | 1 |
| 40 | BS | 80A | 4.9 | 9.8 | 15.000 | 3.7 x 10-5 | 380 | 0.15 | 1.2 | 1 |
| 40 | WS | 92A | 10 | 20 | 15.000 | 3.7 x 10-5 | 570 | 0.1 | 1.2 | 1 |
| 40 | RS | 98A | 17 | 34 | 15.000 | 3.7 x 10-5 | 1200 | 0.1 | 1.2 | 1 |
| 55 | BS | 80A | 17 | 34 | 11.000 | 1.6 x 10-4 | 1400 | 0.2 | 1.4 | 1 |
| 55 | WS | 92A | 35 | 70 | 11.000 | 1.6 x 10-4 | 1600 | 0.15 | 1.4 | 1 |
| 55 | RS | 98A | 60 | 120 | 11.000 | 1.6 x 10-4 | 2600 | 0.1 | 1.4 | 1 |
Indien de omgevingstemperatuur hoger is dan 30 °C, moeten het nominaal en maximaal draaimoment aangepast worden volgens de temperatuurcorrectiefactoren.
| Omgevingstemperatuur | Temperatuurcorrectiefactor |
| -20 °C tot +30 °C | 1 |
| +30 °C tot +40 °C | 0.8 |
| +40 °C tot +60 °C | 0.7 |
Zoals alle mechanische onderdelen zijn assen onderhevig aan fabricage- en montagetoleranties die doorgaans niet volledig geëlimineerd kunnen worden, zelfs niet met uitvoerige technische maatregelen. Indien geen rekening wordt gehouden met deze afwijkingen bij het ontwerp, kan dit resulteren in trillingen, loopgeluiden, slijtage of schade aan de assen en hun lagers. Geschikte koppelingen kunnen niet enkel een verkeerde uitlijning en uitloopfouten effectief compenseren, maar vereenvoudigen ook sterk het montageproces zodat minder werk nodig is. De aard van foutuitlijningen van assen en uitloopfouten kan variëren en dit is een belangrijke factor bij de keuze van de geschikte koppeling.
| Fouttype | Schema van foutuitlijning |
| Lateraal: De assen van de schachten zijn wel evenwijdig, maar zijn lateraal verschoven en lopen niet samen. |  |
| Hoek: De assen van de schachten liggen niet in hetzelfde vlak en komen samen met een bepaalde hoek. |  |
| Axiaal: De schachten bewegen axiaal langs de rotatie-as. |  |
| Uitloop: De schachten bewegen radiaal uit het centrum van de rotatie-as. |  |
Voor een juiste bevestiging van de koppelingsnaven moet de as worden geïnstalleerd volgens de aanbevolen asinsteekdiepte l2. De asinsteekdiepte l2 wordt gespecificeerd in het standaardblad van de betreffende koppeling. Indien de insteekdiepte te laag is, kan de as uit de koppeling glijden of de klemnaaf kan breken. Wordt de as te ver ingestoken, dan kan dit de koppeling storen en leiden tot schade.
De schema’s tonen de verandering in statische torsionele stijfheid binnen het toegestane bereik van de bedrijfstemperatuur, waarbij wordt aangenomen dat deze stijfheid 100 procent bedraagt op 20 °C. De torsionele stijfheid van de koppelingen daalt bij stijgende temperatuur.
Wanneer de asuiteinden worden geïnstalleerd in excentrische opstellingen, probeert de koppeling voortdurend terug te keren naar haar neutrale positie. De resulterende kracht wordt herstelkracht genoemd. Indien de koppelingen worden geïnstalleerd met de laagst mogelijke excentriciteit, zijn de resulterende herstelkrachten lager. Dit vermindert ook de kracht die inwerkt op de aslagering.
Scroll onderstaande tabel om meer te zien