Universele verbindingen met glijlager

Uitvoering in staal

Boringcodes

• Versie B: zonder spiebaan

• Versie K: met spiebaan

• Versie V: met vierkant

Typen

• Type EG: enkel, glijlager

• Type DG: dubbel, glijlager

Staal

Glad

Koppelingslagergebieden / pennen / lagerbussen

Inzetgehard

Universele verbindingen met naaldlager

Uitvoering in staal

Boringcodes

• Versie B: zonder spiebaan

• Versie K: met spiebaan

• Versie V: met vierkant

Typen

• Type EW: enkel, naaldlager

• Type DW: dubbel, naaldlager

Staal

Glad

Koppelingslagergebieden, pennen

Inzetgehard

Universele verbindingen met glijlager

Uitvoering in RVS

Boringcodes

• Versie B: zonder spiebaan

• Versie K: met spiebaan

• Versie V: met vierkant

Typen

• Type EG: enkel, glijlager

• Type DG: dubbel, glijlager

Het toelaatbare toerental van de universele verbindingen met glijlager DIN 808 is in grote mate afhankelijk van het soort toepassing, zoals belasting, duur, hoekopstelling en smering . Bij meer dan 1000 omwentelingen per minuut moeten universele verbindingen met naaldlager worden gebruikt. Voor continu gebruik is een ruime smering noodzakelijk. Dit wordt bereikt door de koppeling te voorzien van een met vet gevulde beschermbalg GN 808.1.

Het toelaatbare toerental van de universele verbindingen met naaldlagers DIN 808 is hoger dan in het geval van glijlagers, maar hangt nog altijd af van de belasting, gebruiksduur en hoekopstelling. Ideale toepassingen laten snelheden tot 4000 omwentelingen per minuut toe . Naaldlagers geven de universele verbindingen bij 3° tot 5° hoekopstelling een aanzienlijk hogere graad van efficiëntie dan in het geval van glijlagers. De naaldlagers hebben een permanente smering en zijn dus onderhoudsvrij. Informatie over de selectie van universele verbinding met naaldlager.

Aangezien de bewegende delen geen oppervlaktebehandeling hebben gekregen, dus niet zijn gehard, zijn de mogelijke toepassingen van deze universele verbindingen veel beperkter dan bij de onderdelen van standaard staal. De richtlijnen voor selectie van universele verbindingen met glijlager  volgens het schema gelden mogelijk dus slechts in beperkte mate. Draaisnelheden boven 200 omw/min kunnen kritisch worden. Voor continu gebruik van de RVS universele verbindingen is het belangrijk om uitvoering te smeren. Dit wordt bereikt door de koppeling te voorzien van een met vet gevulde beschermbalg GN 808.1. Het bestelvoorbeeld verwijst naar universele verbindingen met gelijke boorgaten aan beide uiteinden d₂ of s.

• met andere of ongelijke boringen

• Spiebaan DIN 6885 

• Kruisgaten GN 110,1

• Fundamentele ISO-toleranties 

• Kenmerken RVS 

 

De enkele universele verbindingen brengen de eerste gelijkmatige rotatie over als een onregelmatige rotatie. Een omwenteling van de aandrijfas via een enkele universele verbinding zorgt ervoor dat de aangedreven as twee keer versnelt en vertraagt. De omvang van de onregelmatigheid is afhankelijk van de werkhoek ß.

Om een gelijkmatige rotatie van de aangedreven as te verkrijgen, zijn twee enkele of één dubbele universele verbinding nodig. In die gevallen waar kleine onregelmatigheden in de beweging aanvaardbaar zijn of waar kleine bedieningshoeken de norm zijn, volstaat een enkele universele verbinding.

 

 

 

Bovendien moeten de lagers zo dicht mogelijk bij de universele verbindingen liggen.

Voor een continue werking van universele verbindingen met glijlagers is een adequate smering van essentieel belang. Als druppelsmering niet mogelijk is, moeten ze minstens eenmaal per dag worden gesmeerd. Het is ook mogelijk om de universele verbinding te voorzien van een beschermbalg GN 808.1 die gevuld kan worden met olie of vet.

Universele verbindingen met glijlager, Type EG

 

De tabel toont de overdraagbare output N en/of draaimomenten M van de universele verbindingen DIN 808, type EG (enkel glijlager) in relatie tot RPM n.

De waarden zijn alleen van toepassing op een constante rotatiesnelheid, constante belasting en een werkhellingshoek van max. 10°. Ze zijn niet van toepassing op universele verbindingen in RVS.

Voor grotere hellingshoeken ß moet een nominaal vermogen N, verhoogd met de correctiecoëfficiënt k en/of een nominaal draaimoment M worden gekozen (zie onderstaand voorbeeld).

Conversieformule:

Draaimoment M [Nm] = 9550 N[kW]/n [min-¹]

Vermogen N [kW] = M [nm] x n [min-¹]

1 kW = 1.36 PS / 1 PS = 0.736 kW

Over te dragen vermogen N = 0,65 kW

T.p.m. n = 230 min-¹

Hellingshoek ß = 10°

Correctiecoëfficiënt k = 1

Indicatief vermogen N'= nominaal vermogen N

Snijpunt P resulteert uit 0,65 kW en 230 omw/min ^{(wat overeenkomt met een koppel van 27 Nm).}

De volgende grotere universele verbinding die overeenkomt met punt P is het model met een diameter d₁ = 25.

Voorbeeld 2

Over te dragen draaimoment M = 27 Nm

T.p.m. n = 230 min-¹

Hellingshoek ß = 30°

Correctiecoëfficiënt k = 2,25

Indicatief koppel = 2,25 x 27 Nm = 60 Nm

Snijpunt P₁ resulteert uit 61 Nm en 230 omw/min ^{(wat equivalent is aan een indicatief vermogen N = 1,47 kW).}

De volgende grotere universele verbinding die overeenkomt met P₁ is het model met een diameter d₁ = 36.